Omdat ik door het geloof onderdeel uitmaak van het lichaam van Christus b
en daardoor samen met Hem gezalfd ben. c
Als profeet belijd ik Zijn Naam. d
Als priester geef ik mijzelf aan Hem over als een levend dankoffer. e
Als koning strijd ik tegen de zonde en de duivel met een vrij geweten f
en later in de eeuwigheid zal ik samen met Hem over alles regeren. g
En het gebeurde dat zij een heel jaar met de gemeente samenkwamen en een grote menigte onderwezen en dat de discipelen voor het eerst in Antiochië christenen genoemd werden. Handelingen 11:26
Weet u niet dat uw lichamen leden zijn van Christus? Zal ik dan de leden van Christus nemen en die maken tot leden van een hoer? Volstrekt niet! 1 Korinthe 6:15
En wat u betreft, de zalving die u van Hem hebt ontvangen, blijft in u, en u hebt het niet nodig dat iemand u onderwijst; maar zoals deze zalving u onderwijst met betrekking tot alle dingen – en die zalving is waar en is geen leugen – en zoals ze u heeft onderwezen, zo moet u in Hem blijven. 1 Johannes 2:27
En het zal zijn in de laatste dagen, zegt God, dat Ik zal uitstorten van Mijn Geest op alle vlees; en uw zonen en uw dochters zullen profeteren, uw jongemannen zullen visioenen zien en uw ouderen zullen dromen dromen. Handelingen 2:17
Ieder dan die Mij belijden zal voor de mensen, die zal Ik ook belijden voor Mijn Vader, Die in de hemelen is. Mattheüs 10:32
Want met het hart gelooft men tot gerechtigheid en met de mond belijdt men tot zaligheid. Romeinen 10:10
Ik roep u er dan toe op, broeders, door de ontfermingen van God, om uw lichamen aan God te wijden als een levend offer, heilig en voor God welbehaaglijk: dat is uw redelijke godsdienst. Romeinen 12:1
Dan wordt u ook zelf, als levende stenen, gebouwd tot een geestelijk huis, tot een heilig priesterschap, om geestelijke offers te brengen, die God welgevallig zijn door Jezus Christus. 1 Petrus 2:5
Maar u bent een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterschap, een heilig volk, een volk dat God Zich tot Zijn eigendom maakte; opdat u de deugden zou verkondigen van Hem Die u uit de duisternis geroepen heeft tot Zijn wonderbaar licht. 1 Petrus 2:9
En Die ons gemaakt heeft tot koningen en priesters voor God en Zijn Vader, Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid. Amen. Openbaring 1:6
En toen Het de boekrol genomen had, wierpen de vier dieren en de vierentwintig ouderlingen zich vóór het Lam neer. Zij hadden elk een citer en gouden schalen vol reukwerk. Dit zijn de gebeden van de heiligen. Openbaring 5:8
En U hebt ons voor onze God gemaakt tot koningen en priesters, en wij zullen als koningen regeren over de aarde. Openbaring 5:10
Geliefden, ik roep u op als bijwoners en vreemdelingen u te onthouden van de vleselijke begeerten, die strijd voeren tegen de ziel. 1 Petrus 2:11
Laat de zonde dan niet in uw sterfelijk lichaam regeren om aan de begeerten daarvan te gehoorzamen. En stel uw leden niet ter beschikking aan de zonde als wapens van ongerechtigheid, maar stel uzelf ter beschikking aan God, als mensen die uit de doden levend geworden zijn. En laat uw leden wapens van gerechtigheid zijn voor God. Romeinen 6:12-13
Maar ik zeg: Wandel door de Geest en u zult zeker de begeerte van het vlees niet volbrengen. Want het vlees begeert tegen de Geest in, en de Geest tegen het vlees in; en die staan tegenover elkaar, zodat u niet doet wat u zou willen. Galaten 5:16-17
Bekleed u met de hele wapenrusting van God, opdat u stand kunt houden tegen de listige verleidingen van de duivel. Efeze 6:11
Dit gebod leg ik u op, mijn zoon Timotheüs, in overeenstemming met de profetieën die voorheen over u uitgesproken zijn, opdat u in deze dingen de goede strijd strijdt. En behoud het geloof en een goed geweten. Sommigen hebben dit verworpen en hebben in het geloof schipbreuk geleden. 1 Timotheüs 1:18-19
Als wij volharden, zullen wij ook met Hem regeren. Als wij Hem verloochenen, zal Hij ons ook verloochenen. 2 Timotheüs 2:12
Dan zal de Koning zeggen tegen hen die aan Zijn rechterhand zijn: Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld. Mattheüs 25:34
Deze bewijsteksten zijn ontleend aan de Bijbel in de Herziene Statenvertaling, © Stichting HSV 2010.