Vraag 85 Hoe wordt het hemelrijk toegesloten en ontsloten door den christelijken ban?

Antwoord:

Alzo, als, volgens het bevel van Christus,
degenen, die onder den christelijken naam
onchristelijke leer of leven voeren,
nadat zij, ettelijke malen broederlijk vermaand zijnde,
van hun dwalingen
of hun schandelijk leven niet willen aflaten,
de gemeente, of degenen die van de gemeente daartoe verordineerd zijn,
aangebracht worden; en,
zo zij aan de vermaning zich niet storen,
van henlieden door het verbieden der sacramenten
uit de christelijke gemeente,
en van God Zelf uit het rijk van Christus gesloten worden;
en wederom
als lidmaten van Christus en Zijn gemeente aangenomen,
zo wanneer zij waarachtige betering beloven en bewijzen. a

Bewijsteksten

a

Maar indien uw broeder tegen u gezondigd heeft, ga heen en bestraf hem tussen u en hem alleen; indien hij u hoort, zo hebt gij uw broeder gewonnen. Maar indien hij u niet hoort, zo neem nog een of twee met u; opdat in de mond van twee of drie getuigen alle woord besta. En indien hij denzelven geen gehoor geeft; zo zeg het der gemeente; en indien hij ook der gemeente geen gehoor geeft, zo zij hij u als de heiden en de tollenaar. MattheĆ¼s 18:15-17

In den Naam van onzen Heere Jezus Christus, als gijlieden en mijn geest samen vergaderd zullen zijn, met de kracht van onzen Heere Jezus Christus, Denzulken over te geven aan den satan, tot verderf des vleses, opdat de geest behouden moge worden in den dag van den Heere Jezus. 1 Korinthe 5:4-5

Maar nu heb ik u geschreven, dat gij u niet zult vermengen, namelijk indien iemand, een broeder genaamd zijnde, een hoereerder is, of een gierigaard, of een afgodendienaar, of een lasteraar, of een dronkaard, of een rover; dat gij met zodanig een ook niet zult eten. 1 Korinthe 5:11

Den zodanige is deze bestraffing genoeg, die van velen geschied is. Alzo dat gij daarentegen hem liever moet vergeven en vertroosten, opdat de zodanige door al te overvloedige droefheid niet enigszins worde verslonden. Daarom bid ik u, dat gij de liefde aan hem bevestigt. 2 Korinthe 2:6-8

origineel
SV
onder tekst
17
leermodusleren