26

Wat gelooft gij met deze woorden: 'Ik geloof in God den Vader, den Almachtige, Schepper des hemels en der aarde?

Dat de eeuwige Vader onzes Heeren Jezus Christus,
Die hemel en aarde, met al wat er in is,
uit niet geschapen heeft,
a
Die ook door Zijn eeuwigen raad en voorzienigheid
ze nog onderhoudt en regeert,
b
om Zijns Zoons Christus wil mijn God en mijn Vader is;
c
op Welken ik alzo vertrouw, dat ik niet twijfel
of Hij zal mij met alle nooddruft des lichaams en der ziel verzorgen,
d
en ook al het kwaad dat Hij mij in dit jammerdal toeschikt,
mij ten beste keren;
e
dewijl Hij zulks doen kan als een almachtig God,
f
en ook doen wil als een getrouw Vader.
g

origineel
SV
17
leermodusleren