Vraag 55 Wat betekent de gemeenschap der heiligen?

Antwoord:

De gelovigen hebben allemaal
als ledematen van het lichaam van Christus,
gemeenschap aan de Heere Jezus en aan al Zijn schatten en gaven. a
Elke gelovige moet zich daarnaast verplicht voelen
om zijn gaven en talenten, vrijwillig en vol blijdschap,
in te zetten voor de andere gelovigen. b

Bewijsteksten

a

Wat wij gezien en gehoord hebben, verkondigen wij u, opdat ook u gemeenschap met ons hebt; en deze gemeenschap van ons is er ook met de Vader en met Zijn Zoon Jezus Christus. 1 Johannes 1:3

Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? Romeinen 8:32

Want zoals het lichaam één is en veel leden heeft, en al de leden van dit ene lichaam, hoewel het er veel zijn, één lichaam zijn, zo is het ook met Christus. Ook wij allen immers zijn door één Geest tot één lichaam gedoopt, hetzij dat wij Joden zijn, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen; en wij allen zijn van één Geest doordrenkt. 1 Korinthe 12:12-13

Wie zich echter met de Heere verenigt, is één geest met Hem. 1 Korinthe 6:17

b

En het oog kan niet zeggen tegen de hand: Ik heb je niet nodig, of vervolgens het hoofd tegen de voeten: Ik heb jullie niet nodig. 1 Korinthe 12:21

Al zou ik de talen van de mensen en van de engelen spreken, maar ik had de liefde niet, dan zou ik klinkend koper of een schallende cimbaal zijn geworden. 1 Korinthe 13:1

Zij handelt niet ongepast, zij zoekt niet haar eigen belang, zij wordt niet verbitterd, zij denkt geen kwaad. 1 Korinthe 13:5

Laat eenieder niet alleen oog hebben voor wat van hemzelf is, maar laat eenieder ook oog hebben voor wat van anderen is. Laat daarom die gezindheid in u zijn die ook in Christus Jezus was, Die, hoewel Hij in de gestalte van God was, het niet als roof beschouwd heeft aan God gelijk te zijn, maar Zichzelf ontledigd heeft door de gestalte van een slaaf aan te nemen en aan de mensen gelijk te worden. En in gedaante als een mens bevonden, heeft Hij Zichzelf vernederd en is gehoorzaam geworden, tot de dood, ja, tot de kruisdood. Filippenzen 2:4-8

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren