Zondag 21

De Zoon van God a heeft voor Zichzelf
uit alle mensen b een gemeente tot het eeuwige leven uitverkoren, c
die één is in het echte geloof. e
Hij brengt die vanaf het begin van de wereld tot het einde f
door Zijn Geest en Woord bij elkaar d
en beschermt en onderhoudt ze ook. g
Van deze gemeente ben ik een levend lid h en ik zal dat eeuwig blijven. i

De gelovigen hebben gezamenlijk en ieder persoonlijk
als leden van Zijn lichaam deel aan de Heere Jezus
en al Zijn schatten en gaven. a
Ook moet elke gelovige zich verplicht voelen
om zijn gaven vrijwillig en vol blijdschap in te zetten
tot nut en zaligheid van de andere leden. b

Dat God vanwege de betaling van Christus
nooit meer aan mijn zonden wil denken
en ook niet aan mijn zondige aard,
waartegen ik mijn leven lang moet strijden. a
Maar uit genade geeft Hij mij de gerechtigheid van Christus, b
zodat ik nooit meer door God veroordeeld zal worden. c