Vraag 94 Wat gebiedt God in het eerste gebod?

Antwoord:

Dat ik - als mijn zaligheid mij lief is -
grote afstand houd tot afgoderij, a magie, waarzeggerij,
bijgeloof b en het bidden tot heiligen of andere schepsels. c
Dat ik de enige ware God volmaakt leer kennen d
en alleen op Hem vertrouw. e
Nederig f en met volhardend geduld
moet ik mijzelf alleen aan Hem onderwerpen g
en al het goede van Hem verwachten. h
Hem moet ik met heel mijn hart liefhebben, i dienen j en eren. k
Het is beter om alle andere dingen op te moeten geven,
dan iets tegen Zijn wil te doen. l

Bewijsteksten

a

Lieve kinderen, wees op uw hoede voor de afgoden. Amen. 1 Johannes 5:21

Dwaal niet! Ontuchtplegers, afgodendienaars, overspelers, schandknapen, mannen die met mannen slapen, dieven, hebzuchtigen, dronkaards, lasteraars en rovers zullen het Koninkrijk van God niet beërven. 1 Korinthe 6:10

En word geen afgodendienaars zoals sommigen van hen, zoals geschreven staat: Het volk ging zitten om te eten en te drinken en zij stonden op om te feesten. 1 Korinthe 10:7

Daarom, mijn geliefden, vlucht weg van de afgodendienst. 1 Korinthe 10:14

b

U mag u niet wenden tot de dodenbezweerders en tot de waarzeggers. U mag hen niet raadplegen, zodat u zich met hen verontreinigt. Ik ben de HEERE, uw God. Leviticus 19:31

Wanneer u in het land komt dat de HEERE, uw God, u geeft, mag u niet leren handelen overeenkomstig de gruweldaden van die volken. Onder u mag niemand gevonden worden die zijn zoon of zijn dochter door het vuur laat gaan, die waarzeggerij pleegt, die wolken duidt of aan wichelarij doet, die een tovenaar is. Deuteronomium 18:9-10

c

Toen zei Jezus tegen hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen. Mattheüs 4:10

En ik viel voor zijn voeten neer om hem te aanbidden, maar hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, die het getuigenis van Jezus hebben. Aanbid God. Het getuigenis van Jezus is namelijk de geest van de profetie. Openbaring 19:10

En ik, Johannes, ben het die deze dingen gezien en gehoord heeft. En toen ik ze gehoord en gezien had, viel ik neer om te aanbidden voor de voeten van de engel die mij deze dingen liet zien. En hij zei tegen mij: Pas op dat u dat niet doet! Want ik ben een mededienstknecht van u en van uw broeders, de profeten, en van hen die de woorden van dit boek in acht nemen. Aanbid God. Openbaring 22:8-9

d

En dit is het eeuwige leven, dat zij U kennen, de enige waarachtige God, en Jezus Christus, Die U gezonden hebt. Johannes 17:3

e

Zo zegt de HEERE: Vervloekt is de man die vertrouwt op een mens, en die een schepsel tot zijn arm stelt, terwijl zijn hart van de HEERE afwijkt. Jeremia 17:5

Gezegend is de man die op de HEERE vertrouwt, wiens vertrouwen de HEERE is. Jeremia 17:7

f

Evenzo, jongeren, wees aan de ouderen onderdanig; en wees allen elkaar onderdanig. Wees met nederigheid bekleed, want God keert Zich tegen de hoogmoedigen, maar de nederigen geeft Hij genade. 1 Petrus 5:5

g

Want u hebt volharding nodig, opdat u, na het volbrengen van de wil van God, de vervulling van de belofte zult verkrijgen. Hebreeën 10:36

Terwijl u met alle kracht bekrachtigd wordt, overeenkomstig de sterkte van Zijn heerlijkheid, om met blijdschap in alles te volharden en geduld te oefenen. Kolossenzen 1:11

En dit niet alleen, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, omdat wij weten dat de verdrukking volharding teweegbrengt, en de volharding ondervinding en de ondervinding hoop. Romeinen 5:3-4

En mor niet, zoals ook sommigen van hen gemord hebben en omgekomen zijn door de verderver. 1 Korinthe 10:10

Doe alle dingen zonder morren en meningsverschillen. Filippenzen 2:14

h

Zij allen wachten op U, dat U hun voedsel geeft op zijn tijd. Psalmen 104:27

Ik formeer het licht en schep de duisternis, Ik maak de vrede en schep het onheil; Ik, de HEERE, doe al deze dingen. Jesaja 45:7

Elke goede gave en elk volmaakt geschenk is van boven en daalt neer van de Vader der lichten, bij Wie er geen verandering is, of schaduw van omkeer. Jakobus 1:17

i

Daarom zult u de HEERE, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw kracht. Deuteronomium 6:5

Jezus zei tegen hem: U zult de Heere, uw God, liefhebben met heel uw hart, met heel uw ziel en met heel uw verstand. Mattheüs 22:37

j

Opdat u de HEERE, uw God, vreest door al Zijn verordeningen en Zijn geboden, die ik u gebied, in acht te nemen: u, uw kind en uw kleinkind, alle dagen van uw leven; en opdat uw dagen verlengd worden. Deuteronomium 6:2

De vreze des HEEREN is het beginsel van wijsheid, allen die ernaar handelen, hebben een goed inzicht; Zijn lof houdt voor eeuwig stand. Psalmen 111:10

De vreze des HEEREN is het beginsel van de kennis, dwazen verachten wijsheid en vermaning. Spreuken 1:7

Het beginsel van wijsheid is de vreze des HEEREN en de kennis van de heiligen is inzicht. Spreuken 9:10

En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel. Mattheüs 10:28

k

Toen zei Jezus tegen hem: Ga weg, satan, want er staat geschreven: De Heere, uw God, zult u aanbidden en Hem alleen dienen. Mattheüs 4:10

De HEERE, uw God, moet u vrezen, Hem moet u dienen, aan Hem moet u zich vasthouden en bij Zijn Naam moet u zweren. Deuteronomium 10:20

l

Als dan uw rechteroog u doet struikelen, ruk het uit en werp het van u weg, want het is beter voor u dat een van uw lichaamsdelen te gronde gaat en niet heel uw lichaam in de hel geworpen wordt. Mattheüs 5:29

Wie vader of moeder liefheeft boven Mij, is Mij niet waard; en wie zoon of dochter liefheeft boven Mij, is Mij niet waard. Mattheüs 10:37

Maar Petrus en de apostelen antwoordden en zeiden: Men moet aan God meer gehoorzaam zijn dan aan mensen. Handelingen 5:29

hedendaags
HSV
onder tekst
17
leermodusleren