De Zoon van God, die voor eeuwig Zelf God is, a b
heeft de menselijke natuur aangenomen en is echt mens geworden.
Hij is geboren uit de maagd Maria c
door de werking van de Heilige Geest. d
Hierdoor is Hij een echte afstammeling van David e
en is Hij in alles hetzelfde geworden als de mensen, f
maar zonder zonde. g