Door het geloof in Christus
ben ik rechtvaardig voor God
en krijg ik deel aan het eeuwige leven. a
Alleen door een echt geloof in Jezus Christus. a
Mijn geweten klaagt mij aan dat ik tegen alle geboden van God
erg gezondigd en geen van die gehouden heb, b
en nog steeds geneigd ben tot alles wat verkeerd is. c
Maar toch geeft God, zonder dat ik daarvoor iets gedaan heb, d
alleen uit genade e aan mij de volledige betaling, f
gerechtigheid en heiligheid van Christus. g
Hij rekent mij die toe h alsof ik nooit gezondigd had,
ja, alsof ik net zo gehoorzaam geweest ben als Christus geweest is. i
Ik deel hier alleen in
als ik deze gave van God met een gelovig hart aanneem. j